
blaken van werkw. Uitspraak: [ ˈblakə(n) vɑn ] Vervoegingen: blaakte van (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geblaakt van (volt.deelw.)
veel hebben van een eigenschap en dat uitstralen Voorbeelden: 'blaken van gezondheid' , 'Na zijn ziekte blaakt hij weer van energie om zijn werk te doen.' in blakende vorm steken (in heel goede condi...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/blaken van

blaken van werkw. Uitspraak: [ ˈblakə(n) vɑn ] Vervoegingen: blaakte van (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geblaakt van (volt.deelw.)
veel hebben van een eigenschap en dat uitstralen Voorbeelden: 'blaken van gezondheid' , 'Na zijn ziekte blaakt hij weer van energie om zijn werk te doen.' in blakende vorm steken (in heel goede condi...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/blaken van
Geen exacte overeenkomst gevonden.